Slechts één gesprek verwijderd

vader, Wieteke snijder coaching en advies, relatiecoaching, gesprek,

Slechts één gesprek verwijderd

Er is een gesprek dat ik nog niet gevoerd heb. Een gesprek met mijn vader.
Het wacht. Soms dringt het zich aan me op, op onverwachte momenten.
Het is geen makkelijk gesprek, maar wel noodzakelijk.

Emotioneel en biologisch is hij mijn vader. Hij is liefdevol; ik heb me altijd door hem geliefde gevoeld. Maar hij voldeed voor mij niet aan de vaderrol. Hij was niet degene die leidde.

Mijn vader volgde. Stelde geen eisen. Als kind zag ik dat. Als puber begon ik hem erom te verachten en riep ik uit “Wat heb ik nou aan jou als vader?” En ergens ben ik daar nooit helemaal van teruggekomen.

Ik zette hem als het ware op een zijspoor. Hield en houd veel van hem, maar luisterde niet echt meer naar wat hij te zeggen had. Sloot mijn oren, zelfs als ik advies aan hem vroeg. Het kon vast niet veel te betekenen hebben, wat hij te vertellen had.

Eindelijk ben ik er klaar voor om mijn houding te veranderen. Te onderzoeken of ik weer dochter kan worden.

Niet de dochter die zich afzet of het beter denkt te weten. Maar de dochter die ziet: jij hebt mij het jouwe gegeven. Misschien was het niet wat ik dacht nodig te hebben. Maar je gaf me jouw liefde. Ik wil me niet langer boven jou plaatsen. Ik wil onder jou kunnen staan. Zoals dat hoort, in de stroom van generaties.

Dat gesprek wil ik binnenkort voeren. Want ik geloof dit:

Veel in het leven is één gesprek van ons verwijderd.
Eén gesprek dat iets losmaakt, opent, verzacht, verbindt.

Misschien heb jij ook zo’n gesprek in je leven.
Met een ouder, kind, collega, vriend. Of met jezelf.
Een gesprek dat je uitstelt uit angst, gemak, ongemak of oud zeer.

Het wordt belangrijker met de tijd én het is nooit te laat.

Ik ga het doen.

Durf jij het aan?

Van gedachten wisselen hierover? Neem contact met me op of laat een reactie achter. Wil je elke week mijn schrijfsel in je tijdlijn op LinkedIn? Volg me of stuur me een connectieverzoek.

‘Je moet het je niet zo aantrekken’ 

Wieteke Snijder coaching en advies, je moet je er niet zo veel van aantrekken' , blog, verhuizen, onzekerheid, puber, opvoeden, denkkracht

‘Je moet het je niet zo aantrekken’ 

Op mijn dertiende verhuisde ik naar een andere stad. Verhuizen is al niet chill, maar geloof me, op je dertiende is het dramatisch. Je hele vertrouwde leven laat je achter je. Iedereen die je kent, je buurt, je stad. In mijn stad wist ik wat ik had. Kende ik overal de weg. Wist ik wat ik kon doen. En ineens na de verhuizing wist ik niks. Kende de buurt en de mensen niet. Kende de weg niet. De leuke plekjes niet. En vooral de tieners in onze nieuwe straat niet. Waren ze aardig? Wilden ze me leren kennen? Het maakte me kwetsbaar voor hun oordeel over mij.  

Bezichtiging

Tot overmaat van ramp liep ik op krukken toen we voor het eerst ons toekomstige huis gingen bekijken. Het was een zonnige dag. In de straat speelden kinderen en er hing een groepje jeugd van mijn leeftijd op de stoep voor een huis. Ik was me in het voorbijgaan erg van mijzelf bewust. Ik voelde me nieuwsgierig bekeken. Eenmaal het groepje voorbij hoorde ik plots achter mij luid lachen. Ik keek om en zag dat ze in mijn richting wezen. Onmiddellijk kwam de gedachte in mij op: “Ze lachen mij uit.” Haar hart begon sneller te bonzen en ik voelde me klein en onzeker. 

‘Ik hoor er niet bij’

De gedachte ‘ik hoor er niet bij’ nestelde zich in mijn hoofd. Ik geloofde die gedachte onmiddellijk en voelde me afgewezen. De bezichtiging van het huis en de rest van de straat gingen als een waas aan mij voorbij. De emoties van schaamte en verdriet waren te groot. 

‘Je moet het je niet zo aantrekken’ 

Ik herinner me dat ik erover begon tegen mijn ouders toen we eenmaal op de terugweg waren. En dat ze zoiets zeiden als ‘je moet het je niet zo aantrekken.’ Ik vond dat aardig gezegd, wilde ook dat ik het kon. Maar in mijn belevingswereld was mijn leven daar al verwoest voordat het kon beginnen! 

Had ik toen maar geweten wat ik nu weet. 

Belemmerende overtuiging

Misschien hadden mijn ouders gelijk en moest ik leren om het me niet zo aan te trekken. Moest ik mijn gedachten minder serieus nemen. Graag had ik dat als dertienjarige willen snappen. De onzekere puber van toen heeft het daar nog wel een paar jaar moeilijk mee gehad. En heeft geleidelijk aan haar eigen spoor leren volgen. Mede door de overtuiging ‘ik hoor er niet bij’ te leren vervangen voor ‘Het leven is te kort is om bezig te zijn met wat anderen van me denken’. 

Verhelderend inzicht

Het had erg geholpen als iemand me die dag had uitgelegd hoe het mechanisme werkt: ‘Je bent je gedachten niet’. Soms lachen mensen. Dat hoeft niks met jou te maken te hebben. Het gaat erom hoe je eigen gedachten je beïnvloeden. Dat betekent dat je zelf kunt kiezen hoe je op zulke situaties reageert. Die bewuste dag, geloofde ik mijn eigen gedachten. Ik trok ze niet in twijfel. En trok de conclusie dat ik het op mijn nieuwe woonadres bij voorbaat al kon vergeten.

Welke overtuigingen weerhouden jou ervan je mooiste leven te leven? 

‘Er is iets met mijn kind’ [deel 1/3]

Zoon, autisme, ASS, neurodivers, opvoeden, zoektocht, er is iets met mijn kind

‘Er is iets met mijn kind’

Toen eenentwintig jaar geleden onze oudste zoon geboren werd en ik hem in zijn oogjes keek, wist ik direct dat het een bijzonder kind was. Zijn blauwe ogen stonden helder en keken dwars door mij heen in mijn ziel. Alsof hij met zijn ogen zei: ‘Mij maak je niks wijs. Ik weet alles al. En ik ken jou beter dan dat jij jezelf kent.’ Die blik ben ik niet vergeten. Ook niet de kwetsbaarheid die ik toen voelde.

Onze zoon ontwikkelde zich als baby normaal. Dat wil zeggen, er waren geen problemen. Zijn ontwikkeling verliep namelijk op veel fronten vlotter dan normaal. Met zeven maanden kon hij staan, op zijn eerste verjaardag liep hij en kon je al een heel gesprekje met hem voeren. Het was een tevreden gevoelig mannetje met een prachtige glimlach.

Als peuter kreeg hij een broertje. Bij thuiskomst uit het ziekenhuis kreeg de baby een flinke kopstoot van hem. Thuis kon ik hem geen seconde uit het oog verliezen als hij met de baby samen in de kamer was. In zijn spel op de peuterspeelzaal viel vooral op dat hij uitstekend alléén kon spelen.

Problemen

Op de kleuterleeftijd begonnen de ‘problemen’. Aanvankelijk had hij deze zelf niet, maar de juf en de kinderen in de klas wel. Het was moeilijk voor hem om zich te handhaven in de klas en tijdens de gymles was er letterlijk te veel ruimte voor hem en rende hij alleen maar rondjes.

Een andere basisschool leek uitkomst te bieden. In elk geval was er een voorspelbaar rooster, kortere schooldagen en veel gelegenheid om te spelen. Wat vooral opviel, was zijn ‘jonge’ gedrag. Sociaal-emotioneel liep hij ver achter bij zijn cognitieve vermogens. Zo kwam het dat de kleuterjuf hem doorschoof naar groep 3 omdat hij al kon lezen en schrijven, terwijl wij hem liever langer hadden laten kleuteren om meer te kunnen oefenen in samenspelen.

In groep drie ging het aanvankelijk lekker, de leerstof kon hij makkelijk aan. Wel klaagde hij dat de kinderen niet met hem wilden spelen. ‘Waarom begrijpen de kinderen mij niet?’. Elke drie weken zat ik bij de juf, die het allemaal goed bedoelde, maar duidelijk ook niet zo goed wist wat er moest gebeuren. In de loop van het schooljaar werd hij depressiever, kreeg hij slaapproblemen en driftbuien.

Scherven lijmen

Thuis zorgde ik voor structuur, voorspelbaarheid, ruimte om te ontprikkelen. Het was alsof ik elke dag uit school een hoopje scherven kreeg. Die lijmde ik dan zorgvuldig, om het de volgende dag weer naar school te brengen en weer in stukken terug te krijgen. Op een middag kwam hij thuis uit school, liet zich op de keukenvloer vallen en barstte in snikken uit ’Niemand vindt mij een lief jongetje. Was ik maar een engeltje gebleven!’. Dit was het moment dat mijn moederhart tegen mij schreeuwde: ‘zo gaat het niet langer, dit is een noodkreet, hier is meer aan de hand’.


———
🌟 Komende twee weken lees je op de blogpagina deel 2/3 en 3/3 van dit verhaal